Psalm 143
Kees Waaijman leidt de psalm in.
1 Deun.
00 Van David.
00 Wezer, hoor mijn pleit,
00 heb oor voor mijn vergenadiging in jouw hechtheid,
00 buig je naar mij in jouw bewaring
2 en kom niet met jouw knecht in de schikking,
00 ja, niet bewaart zich voor jouw gelaat alle levende.
3 Ja, de vijand vervolgt mijn ziel,
00 stoot mijn leven tegen het land,
00 zet mij in duisternissen
00 als de eeuwige doden
4 en mijn tocht bezwijkt in mij,
00 midden in mij geruïneerd mijn hart.
5 Ik gedenk de dagen van voorlang,
00 murmer in al jouw gewrochten,
00 in de maak van jouw handen verzucht ik.
6 Ik spreid mijn handen uit naar Jou,
00 mijn ziel is als mat land bij Jou. Plavei.
7 Snel buig je naar mij, Wezer,
00 mijn tocht eindt.
00 Verberg jouw gelaat niet voor mij,
00 en ik gelijk wie dalen in de put.
8 Laat mij horen jouw gunst met de morgen,
00 ja, in Jou veilig ik mij.
00 Laat mij voelen de weg die ik ga,
00 ja, naar Jou hef ik mijn ziel.
9 Red mij van mijn vijanden, Wezer,
00 bij Jou dek ik mij.
10 Leer mij jouw gelieven maken,
00 ja, Jij mijn Machtige.
00 Jouw goede tocht
00 leide mij door recht land.
11 Omwille van jouw naam, Wezer, leef Jij mij,
00 in jouw bewaring trek Jij mijn ziel uit de nauwte
12 en in jouw gunst smoor Jij mijn vijanden
00 en laat Jij sneven al wie mijn ziel benauwen,
00 ja, ik jouw knecht.